De bacterie komt soms bij mensen voor, en kan dan op de huid of in de darmen zitten. Meestal merken mensen hier niets van. Maar soms kunnen mensen een ontsteking krijgen door deze bacterie.
De Acinetobacter is een bijzondere bacterie. Deze bacterie is resistent. Dat betekent dat er weinig medicijnen zijn die goed werken bij deze bacterie.
Acinetobacter-bacteriën zitten vaak op de huid, in de luchtwegen of in de darmen. Soms ruimt uw lichaam de bacterie zelf op, maar dit kan weken tot maanden duren. Dit heet dragerschap: u heeft de bacterie bij u, maar wordt er niet ziek van. Meestal merkt u hier niets van. In de meeste gevallen is geen behandeling nodig. Maar als u langdurige zorg krijgt of in het ziekenhuis ligt, kunnen extra maatregelen nodig zijn om verspreiding te voorkomen.
Krijgt u klachten, zoals koorts of een infectie? Neem dan contact op met uw huisarts of arts. Een Acinetobacter-infectie is lastiger te behandelen, omdat sommige antibiotica niet goed werken. Soms is een opname in het ziekenhuis nodig voor behandeling met speciale antibiotica. Vertel uw arts altijd dat u drager bent van Acinetobacter, zodat u de juiste zorg krijgt.
Als u een bijzondere bacterie heeft, is er een kleine kans dat de mensen met wie u woont de bacterie ook krijgen.
Als u samenwoont met erg zieke mensen, bel dan uw huisarts voor advies. Bijvoorbeeld mensen met kanker of andere erge ziektes.
De bacterie in uw lichaam kunt u aan andere mensen doorgeven. Mensen met een slechte gezondheid kunnen soms nog zieker worden van de bacterie. Deze mensen liggen in zorginstellingen, bijvoorbeeld in het ziekenhuis of een verpleeghuis. Als u binnenkort naar een zorginstelling moet, dan letten de medewerkers goed op dat andere mensen niet besmet kunnen worden. Er zijn daarom regels voor u. Deze regels zijn niet in elke zorginstelling hetzelfde. Vertel als u een afspraak maakt bij een zorginstelling, dat u een Acinetobacter-bacterie heeft.








