MRSA staat voor Methicilline-Resistente Staphylococcus aureus. Gewone stafylokokken zijn bacteriën die bij veel mensen voorkomen, bijvoorbeeld in de neus of op de huid.
Maar een MRSA is een bijzondere bacterie. Deze bacterie is resistent. Dat betekent dat er weinig medicijnen zijn die goed werken bij deze bacterie.
Wilt u nog meer informatie over de MRSA bacterie? Klik dan hier om naar de website van het RIVM te gaan.
MRSA-bacteriën zitten vooral op de huid en in de neus. Meestal ruimt uw lichaam de bacterie zelf op, maar dit kan weken tot langer dan een jaar duren. Dit heet dragerschap: u heeft de bacterie bij u, maar wordt er niet ziek van. Vaak merkt u hier niets van. In sommige gevallen, zoals bij zorgmedewerkers of mensen die veel zorg nodig hebben, kan een intensieve behandeling nodig zijn om verspreiding te voorkomen.
Krijgt u klachten, zoals koorts of andere nieuwe symptomen? Neem dan contact op met uw huisarts of arts. Een MRSA-infectie is lastiger te behandelen, omdat sommige antibiotica niet goed werken. Soms is een opname in het ziekenhuis nodig voor behandeling met antibiotica. Vertel uw arts altijd dat u MRSA-drager bent, zodat u de juiste zorg krijgt.
Als u een bijzondere bacterie heeft, is er een kans dat de mensen met wie u woont de bacterie ook krijgen. Als u samenwoont met erg zieke mensen, bel dan uw huisarts voor advies. Bijvoorbeeld mensen met kanker of andere erge ziektes.
U hoeft nu thuis geen speciale maatregelen te nemen. De volgende dingen zijn wel belangrijk om te doen:
- Was uw handen goed met water en zeep. Was uw handen minstens 20 seconden. Doe dit na elk toiletbezoek en voor het koken of eten.
- Hoest en nies in een papieren zakdoek. Gooi de zakdoek daarna meteen weg. Was ook hierna uw handen. Heeft u geen papieren zakdoek? Hoest en nies dan in uw elleboog.
- U kunt gewoon boodschappen doen, bezoek ontvangen, naar school, werk of een verjaardag gaan. U hoeft met de mensen waar u mee samenwoont niet anders om te gaan dan normaal. U kunt gezonde familie en vrienden omhelzen, kussen en knuffelen
De MRSA-bacterie gaat meestal niet vanzelf weg. U kunt behandeld worden ook als u niet ziek bent van deze bacterie. De behandeling zorgt ervoor dat de bacterie wel weggaat. De behandeling bestaat meestal uit:
- Medicijnen (antibiotica) die wel werken tegen de MRSA-bacterie. Dit kan neuszalf of tabletten zijn.
- Douchen met een speciale zeep.
- Advies voor het wassen van kleding en beddengoed.
- Niet iedereen kan behandeld worden. Als u een wond heeft moet deze eerst dicht zijn.
De bacterie in uw lichaam kunt u aan andere mensen doorgeven. Mensen met een slechte gezondheid kunnen soms nog zieker worden van de bacterie. Deze mensen liggen in zorginstellingen, bijvoorbeeld in het ziekenhuis of een verpleeghuis. Als u binnenkort naar een zorginstelling moet, dan letten de medewerkers goed op dat andere mensen niet besmet kunnen worden. Er zijn daarom regels voor u. Deze regels zijn niet in elke zorginstelling hetzelfde. Vertel als u een afspraak maakt bij een zorginstelling, dat u een MRSA-bacterie heeft.








