Werkwijze audit handhygiëne
Handhygiëne, de 5 momenten van handdesinfectie, wordt beoordeeld door middel van directe observatie gedurende het (directe) contact met de patiënt. Per medewerker worden een of meerdere handdesinfectie momenten geobserveerd. Er wordt slechts één keer per medewerker beoordeeld of de medewerker voldoet aan de randvoorwaarden voor de uitvoering van handhygiëne (afwezigheid sieraden, korte mouwen en korte nagels/geen nagellak/geen kunstnagels). Deze randvoorwaarden worden uitsluitend beoordeeld bij de medewerkers die in het kader van handhygiëne geobserveerd worden.
Voor de indicaties van handdesinfectie worden de WHO richtlijn en WIP richtlijn gehanteerd. Handdesinfectie moet uitgevoerd worden:
- Vóór handcontact met de patiënt/ omgeving
- Vóór schone/aseptische handelingen
- Na contact met lichaamsvloeistoffen
- Na uittrekken handschoenen
- Na handcontact met de patiënt/omgeving
Een handdesinfectie actie die niet te koppelen is aan een indicatie wordt niet gescoord.
Van de 30 handdesinfectie momenten per afdeling die worden geobserveerd, worden er minimaal 18 momenten geobserveerd bij verpleegkundigen, 6 bij specialisten en 6 bij overige medewerkers (bijv. fysio, voedingsdienst, ergotherapeut en huishoudelijke dienst). Er worden bij voorkeur zoveel mogelijk verschillende medewerkers geobserveerd (dus niet 18 handdesinfectie momenten bij 1 verpleegkundige) gedurende de verzorging van de cliënt.
Werkwijze Basishygiëne
Basishygiëne wordt beoordeeld door middel van directe observatie van medewerkers op de afdelingen tijdens hun werkzaamheden. Er wordt één keer per medewerker geobserveerd en beoordeeld of de medewerker voldoet aan de randvoorwaarden voor de basishygiëne.
Voor de randvoorwaarden van de basishygiëne worden de WIP richtlijnen ‘Persoonlijke hygiëne medewerker3’, ‘Persoonlijke beschermingsmiddelen4’ en ‘Handhygiëne’ gehanteerd.
Op basis van deze richtlijnen zijn criteria opgesteld waaraan de medewerkers moeten voldoen. Deze criteria kunnen worden verdeeld in vier onderwerpen:
- Sieraden:
- Afwezigheid sieraden en/of braces aan handen/onderarmen en niet-werkgebonden accessoires (bijv. lange kettingen/ oorbellen/ sjaal)
- Vesten (door het ziekenhuis verstrekt) worden alleen gedragen op de daartoe aangewezen plekken
- Persoonlijke hygiëne:
- Haren komen niet in contact met (de omgeving van) de patiënt of voorkant van de werkkleding (lange haren zijn bijeengebonden of opgestoken)
- Baarden zijn kortgeknipt en komen niet in contact met de (omgeving van) de patiënt of voorkant van de werkkleding)
- Nagels zijn kortgeknipt en schoon, afwezigheid nagellak, kunst-, gel- en plaknagels
- Dienstkleding:
- Dienstkleding wordt gedragen tijdens patiëntgebonden werkzaamheden
- Dienstkleding wordt gesloten gedragen
- Dienstkleding heeft korte mouwen
- Dienstkleding is niet zichtbaar verontreinigd
- Schoeisel is visueel schoon
- Persoonlijke beschermingsmiddelen:
- De benodigde PBM zijn aanwezig bij iedere point of care
- Handschoenen worden gedragen bij (mogelijk) contact met lichaamsvochten, slijmvliezen en niet-intacte huid, bij het hanteren van gebruikt (niet gedesinfecteerd) instrumentarium
- Handschoenen worden gewisseld/uitgetrokken na het afsluiten van de betreffende handeling, bij zichtbare verontreiniging en wanneer een schonere handeling volgt
- Disposable jasschorten/halterschorten worden niet hergebruikt
- Wasbare schorten zijn niet visueel verontreinigd
Scores
De totaalscores die worden aangehouden voor zowel handhygiëne als persoonlijke hygiëne zijn gebaseerd op de scores die door de IRIS-scan worden gehanteerd (zie tabel 1) en het zero-tolerance beleid van de IGJ.
Tabel 1. Totaalscores auditresultaten handhygiëne en persoonlijke hygiëne
Handhygiëne | Persoonlijke hygiëne |
61-100% = laag verbeterpotentieel | 0 afwijkingen per afdeling/beroepsgroep = goed |
41-60% = matig verbeterpotentieel | 1 afwijking per afdeling/beroepsgroep = matig |
0-40% = hoog verbeterpotentieel | >1 afwijking per afdeling/beroepsgroep = slecht |
Resultaten
Resultaten worden per ziekenhuis en afdeling grafisch weergegeven in een zogenoemde ‘IRIS-scans’; Daarnaast wordt een overzicht met IRIS-scans per afdeling gegeven, welke gebruikt kan worden als spiegelinformatie. In de IRIS-scan wordt per onderwerp de score weergegeven op een lijn. Daarbij geldt onderstaande legenda:
Bij de IRIS-scan geldt, hoe kleiner (en groener) het vlak, hoe beter het resultaat:
Voorbeeld klein vlak (laag verbeterpotentieel)
Voorbeeld groot vlak (hoog verbeterpotentieel)
Een groene score (goed/ laag verbeterpotentieel) houdt niet per definitie in dat er géén verbeterpotentieel is. Een handhygiëne score van bijvoorbeeld 65% valt tenslotte in de categorie goed/laag verbeterpotentieel.